Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BJ6662

Datum uitspraak2009-08-28
Datum gepubliceerd2009-09-02
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureVoorlopige voorziening
Instantie naamRaad van State
Zaaknummers200902802/2/R1
Statusgepubliceerd
SectorVoorzitter


Indicatie

Bij besluit van 24 maart 2009 heeft het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland (hierna: het college) besloten over de goedkeuring van het door de raad van de gemeente Bussum (hierna: de raad) bij besluit van 11 september 2008 vastgestelde bestemmingsplan "Brediuskwartier".


Uitspraak

200902802/2/R1. Datum uitspraak: 28 augustus 2009 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen onder meer: [verzoekers], allen wonend te [woonplaats], en het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland, verweerder. 1. Procesverloop Bij besluit van 24 maart 2009 heeft het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland (hierna: het college) besloten over de goedkeuring van het door de raad van de gemeente Bussum (hierna: de raad) bij besluit van 11 september 2008 vastgestelde bestemmingsplan "Brediuskwartier". Tegen dit besluit hebben onder meer [verzoekers] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 17 april 2009, beroep ingesteld. Bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 17 april 2009, hebben [verzoekers] de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen. De raad heeft een schriftelijke uiteenzetting gegeven. [verzoekers] hebben nadere stukken ingediend. De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 14 augustus 2009, waar [verzoekers], in de persoon van [gemachtigde] en bijgestaan door mr. A.S. Broere, advocaat te 's-Gravenhage, en het college, vertegenwoordigd door mr. A. Drahmann, ambtenaar in dienst van de provincie Noord-Holland, zijn verschenen. Voorts is ter zitting de raad, vertegenwoordigd door I. de Feijter, werkzaam bij Adviesbureau RBOI, en mr. A.M. van Kordelaar, ambtenaar in dienst van de gemeente Bussum, als partij gehoord. 2. Overwegingen 2.1. Het oordeel van de voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure. 2.2. [verzoekers] betogen dat het college het plandeel met de bestemming "Maatschappelijke doeleinden (M)" voor het perceel Busken Huetlaan 18 ten onrechte heeft goedgekeurd. Met het bestemmingsplan is beoogd het hier aanwezige gebouw voor een peuterspeelzaal te vervangen door een groter gebouw ten behoeve van twee peuterspeelzalen en buitenschoolse opvang. [verzoekers] beogen met hun verzoek onomkeerbare gevolgen van de inwerkingtreding van het plandeel te voorkomen. Zij voeren onder meer aan dat ter plaatse meer kinderen kunnen worden opgevangen dan het aantal waarvan de raad is uitgegaan, dat de verkeersinfrastructuur en het aantal beschikbare parkeerplaatsen niet zijn afgestemd op het te verwachten extra verkeersaanbod en dat bij het nieuwe gebouw niet kan worden voorzien in voldoende buitenspeelruimte. 2.3. Ter zitting is van de zijde van de raad gesteld dat de gemeente eigenares is van de gronden en dat ter plaatse geen voorbereidende werkzaamheden zullen plaatsvinden en geen bouwaanvraag voor de beoogde nieuwbouw zal worden ingediend alvorens over het plandeel uitspraak in de bodemprocedure is gedaan. Het bestaande gebouw voor de peuterspeelzaal zal zo lang in gebruik blijven. Gelet hierop is de voorzitter van oordeel dat geen sprake is van onverwijlde spoed die het treffen van een voorlopige voorziening vereist. Hij ziet daarom aanleiding het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening af te wijzen. 2.4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding. 3. Beslissing De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State: wijst het verzoek af. Aldus vastgesteld door mr. P.B.M.J. van der Beek-Gillessen, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. S. Bechinka, ambtenaar van Staat. w.g. Van der Beek-Gillessen w.g. Bechinka Voorzitter ambtenaar van Staat Uitgesproken in het openbaar op 28 augustus 2009 371.